Het strand niet opdurven..
Door: Suus
Blijf op de hoogte en volg Suus
12 Februari 2024 | Sri Lanka, Tangalla
18.Donderdag 8/2/24
Wakker worden met het miauwende geluid van de wilde Pauw en het gepiep van de enthousiaste eekhoorn. Ook de gekko maakt zacht zijn klikkende geluidjes. Heerlijk om zo wakker te worden. De klamboe heeft niet echt zijn werk gedaan, ik heb me toch een jeuk. Krabben helpt niet, het lijkt erger te worden. Dat zijn wel hele kleine mugjes als ze door deze tule komen. Of zijn het bedwantsen, mijn grootste angst. Ooit sliepen we, als afsluiting in een super-de-luxe hotel in Thailand waar ik toen te pakken ben genomen. Echt zo was het. Weken daarna heb ik nog last gehad. Ook al vind ik het moeilijk ik ga meteen op zoek. De lakens weg van de matrassen en mochten er wantsen zijn dan zie je dat aan kleine zwarte puntjes op de naden van het matras. Hier zitten ze zeker niet want de matrassen zijn schoon. Pfff, gelukkig. Dan zullen het mosquitos zijn. De dengue ben ik ook bang voor, de deet vijftig procent helpt niet goed hebben we al gemerkt. De tijgermug ben ik nog niet tegengekomen, diezijn wat groter en die kleintjes zie ik helemaal niet, niemand van ons trouwens. Die kleine krengen zijn gewoon onzichtbaar.
Gisteravond waren we in gesprek met de Oekraïener die het over zandvlooien had. Dat hij er alles aan heeft gedaan, dat ze niet uit te roeien zijn. Zelfs een bedrijf ingeroepen die niet kon helpen. Hij heeft antihistamine en aloe Vera, ‘if you need, please let me know’.
We vragen naar turtlebeach, dat staat in de map van het hotel. We willen graag daarheen. Hij kan tuktuks regelen, geen probleem. Reken er niet te veel op, er komen soms weinig om eieren te leggen ondanks het seizoen. We willen het graag zien. Schildpadden die het strand opkomen, een gat graven en daar hun eieren ploppen zoals mijn gehaktballen op elkaar in de pan denk ik met lekkere trek in gedachten.
Ik lig op een van de twee bedden, onder een parasol, die aan de rand van het zwembad staan. Proberen om hier te liggen in plaats van het strand, hopelijk kan ik zo het prikken van die klotevlooien tegen gaan. Ik heb er nog nooit een gezien maar die krengen prikken op plekken waar je soms moeilijk kan krabben. Vooral op mijn kont en dat staat zo raar want ik kan er niet van af blijven. Grrrr.
We maken met z’n vieren een strand wandeling. We zien niet veel toeristen op het strand. Ze zijn er wel, waarschijnlijk bij het zwembad in de tuin van hun hotel. Verschillende huizen staan hier een stuk van de waterrand af. Ons hotel ook, maar de tuin is grenzend aan het strand wat het een open gevoel geeft. Ook als wij vanaf het terras over de groene tuin naar de oceaan kijken. Meeste hotels hebben hekken als afscheiding, een stuk verderop staat een vervallen villa te koop. Tim droomt hardop dat hij zoiets altijd al heeft willen doen. Iets kopen in het buitenland, opknappen en dan verhuren aan gasten. Dit is je kans. Tijdens de lunch verteld hij uitvoerig hoe hij dat ziet. Als wij de nadelen benoemen vindt hij ons negatief. Dat is niet onze bedoeling, het is onze levenservaring, onze struikelmomenten die we delen. Ondanks dat blijft hij enthousiast. Manifesteren schat. You never know.
.
Twee mannen kijken naar ons als we aan ons biertje zitten, ze hangen op de rand. Polen, ze komen uit Lodz. Ze zijn gek van vogels en hebben vanochtend een boottocht gedaan om vogels te spotten. De ijsvogel en daarna heb ik niet goed meer geluisterd. Ik denk meteen aan ons mooie snelle diertje dat Joke en ik soms voorbij zien flitsen als we op de vlonder staan na het zwemmen. Het is waar dat er veel vogels zitten. Die veel voorkomende witte en ook de aalscholver heb ik hier met zijn jas open zien staan. En niet te vergeten de kleine visdiefjes. Precies zoals bij ons op de Braak, alleen een ander kleur snaveltje. Volgens mij is die bij ons rood. Ze vliegen in groepen rond het strand. Vooral als er wordt gevist zijn ze in de buurt om te jatten. De mannen vertellen dat ze nog nooit in Amsterdam zijn geweest. De pride, natuurlijk hebben ze daarvan gehoord. Een ex, woont nu in Amsterdam verteld er een. De ander werkt met jongeren met een autisme stoornis. Hij toont filmpjes op YouTube. Hij maakt theater met hun, om ze helpen ontwikkelen. Een lieve man, heel rustig, zijn Engels is nog niet zo goed, maar zijn houding zegt veel. Heel prettig om hem te horen spreken. Hij is een fan van SineadO’Connor. Haar muziek is belangrijk voor hem, het zijn de teksten. Op spotify zoek ik haar bekendste nummer, nothing compares 2you, om aan Esther te laten horen. We praten over haar. Hij heeft haar graf bezocht, daar ontmoette hij bij toeval haar zus. Mooi verhaal. De man is ontroerd en deelt dat zonder gêne met ons. Dat is het leuke van reizen, mensen ontmoeten en verhalen delen.
Turtlebeach, het is een behoorlijk stuk rijden met de tuktuk. De weg is bobbelig met veel diepe kuilen. En pikkedonker. Geen lantaarns, wel een paar vliegende honden, zien we scherp afgetekend tegen de sky, bewegen. Slingerend om de aardse honden die doodgemoedereerd op de weg liggen komen we aan bij geparkeerde tuktuks. Wat een drukte! Gaat iedereen naar de turtles? Nee toch? Zoveel mensen? Er staat iemand een praatje te houden, op de grond staan vier grote nep schildpadden. Een is bijna een meter lang, de anderen iets kleiner. Gelukkig hangen er borden met uitleg in het Sri lankaans en in het Engels, dat scheelt want de man is niet aan te horen zo binnensmonds lispelt hij. Inmiddels lopen er wel vijftig man in de rondte, zelfs kleine kinderen en een baby. We moeten wachten tot een van de mensen gecontroleerd heeft of er schildpadden op het strand zijn. Het duurt en het duurt. Inmiddels is de twijfel toegeslagen of we hier wel goed aan doen. Rood licht schijnt door de ruimte, iemand met een zaklantaarn. Dat is degene die groen licht geeft, haha, we mogen alleen het strand op met rood licht. Waag het niet om het lampje van je telefoon te gebruiken, de man kan niet duidelijk praten maar dat begrijpen we zeker wel. Opeens lijkt het sein gegeven en gaat iedereen staan om een kaartje te kopen. Vijftienhonderd roepies pp. Als makke schapen achter elkaar vormen ze een lange rij, die buiten in beweging komt. Over hobbelige stenen lopen we naar het strand, af en toe struikelend. Op het strand is het donker, je ziet geen hand voor ogen. We staan stil en vormen verticaal een lijn op het zand. Dit is bizar. De lispelende leider maant ons om stil te zijn in het rode schijnsel van zijn lamp. Belachelijk! Dat we dit aan het doen zijn! We zijn helemaal gek geworden. Waanzin. Hoe gek kan een mens zijn om in een grote groep een dier, dat er al was voordat er mensen op aarde waren, zo te storen tijdens zijn voortplanting. Moet je voorstellen dat je schildpad bent en je ieder jaar op hetzelfde strand je eieren legt. Onder het schijnsel van miljoenen sterren waan je je al jaren veilig om je eieren in het zelfgegraven gat te laten vallen. Je zoekt je plek, komt uit het water en dan voel je de energie van mensen, heel veel mensen. Je hoort een baby huilen, hoge kinderstemmen roepen en de mensen zachtjes fluisteren. Heel even twijfel je want dit is een vertrouwde plek voor je nakomelingen. Je schuifelt zachtjes terug het water in waar je heen en weer zwemt en wacht. Maar je voelt de drang om je eieren een plek te geven en probeert het een tweede keer. Opeens zie je een rode lichtbundel en voel je gevaar. Hoe moet je je kleintjes beschermen tegen het kwaad. Zou je je hier wel laten gaan, is het mogelijk om hier te blijven. De schaduw is een grote bewegende lijn. Je besluit om het erop te wagen en probeert zo ver mogelijk van de onbekende energie te blijven. Snel probeer je een gat te graven, niet zo diep als anders en net als je besluit je eieren eruit te persen durf je niet. Het rode licht komt steeds dichterbij en snel ren je terug naar de veilige golven. Opgelucht haal je adem maar teleurgesteld duik je de diepte in niet in staat je voort te planten.
Mensen schaam je voor je gedrag, voor het vervuilen, voor het maling hebben aan de dieren. We kijken naar de sterren boven ons. Nog nooit hebben we zo scherp het sterrenstelsel mogen aanschouwen. De riem van Orion is heel duidelijk te onderscheiden en ook kleine en grote beer. Jammer genoeg weten we te weinig van al die schitteringen aan het hemelse firmament. Ik trek Cees aan zijn hand en fluister dat ik weg wil, Esther staat achter me in beide opzichten. Wat een schoften zijn wij dat we dat de schildpad aan doen. Respect, totaal geen respect voor dat magnifieke oude dier. Hoe stom dat we dachten dat er honderden schildpadden zouden zijn. En dan? Was het dan wel goed? Naïef van ons. Er volgen gelukkig nog meer mensen en Cees loopt naar de anderen die ook bij die organisatie horen en laat duidelijk merken dat het niet goed voelde. Waanzin. Hij staat erop zijn geld terug te willen, de enige manier om ze te raken. Ze schrikken en geven het geëiste deel meteen terug.
Ontgoocheld rijden we terug in de rabberige tuktuk.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley